Ga terug
  • Editie 03
  • Interview

Thé Tjong-Khing

“Hallo! Jullie zijn wel precies op tijd zeg!” lacht Thé Tjong-Khing als hij de deur voor ons open doet. De grijze februaridag is snel vergeten zodra we binnenstappen. Het huis is aangenaam warm, ingericht in rustige kleuren, maar er is veel te zien: Overal staan en hangen kunstwerken van hout, keramiek en textiel van echtgenote Mino Wortel.
Een grote boekenkast bedekt de wand, voor een deel gevuld met boeken van de illustrator zelf, in diverse talen. “Willen jullie thee?” We strijken neer in een soort serre met uitzicht op de tuin. De zwartgeblakerde fluitketel piept als we onze tekenspullen pakken. Een interview mocht, maar als we dan wel leuke tekenopdrachten meenamen en zouden gaan tekenen.

Een 3b potlood, een vulpen en een potje oostindische inkt verschijnen op tafel. En een flink gebruikte gum. “Ik gum ontzettend veel. Net zo lang tot het goed wordt. En soms begin ik helemaal opnieuw, ook als ik al aan het uitwerken ben. Mijn prullenmand is vol als ik een boek af heb. Ik begin altijd met heel veel schetsen. Daarna teken ik het in het net met inkt, op ware grootte. Maar vaak krijg ik nog betere ideeën terwijl ik aan het inkten ben. Dat het been iets hoger moet, of die knie iets lager. Dat maakt echt veel uit.”

Lees het volledige artikel in Tekenier 3. Bestel hier!

Ga terug